stadslucht bevrijdt
In een dorp is geen publiek leven. In een dorp valt iedereen samen met diens rol en positie in het dorpsleven. Die bekende en totale identiteit draag je altijd met je mee. Het dorp is de ruimte voor mensen in het bijzonder. Dorpsbewoners dragen klederdracht als onderdeel van hun identiteit. De vertegenwoordigers van de algemeenheid, de doktor, de notaris, de agent, dragen geen klederdracht. De vreemdeling, die nog anoniem is, is een buitenstaander en wordt óf met argwaan bekeken, óf slachtoffer van ongebreidelde gastvrijheid. Vandaar de gereserveerdheid van het dorp tegenover de stad: In de stad raakt de dorpeling zijn gemeenschaps-identiteit kwijt.
De stad is ruimte voor niemand in het bijzonder, maar voor ‘allen en een iegelijk.’ “Stadslucht maakt vrij” was het devies van de Hanzesteden, en daarmee doelde men vooral op de vluchtigheid van de verbanden dat karakteristiek is voor het stadsleven. De stad weekt het individu los uit de gemeenschapsbanden die elders, in het dorp, het leven bepalen. Stadslucht maakt vrij omdat het de lucht van de publieke ruimte is. Je wordt als individu gezien en beoordeeld, los van traditionele rollen en banden.
De stad van de stadsrechten is de afgesloten stad, de stad van de uitsluiting. De muur of vestingwal om de stad beperkt de uitbreiding en de groei van de stad. Wat een verworvenheid leek, blijkt een hindernis. Dat het westen van Nederland zich economisch krachtig kon ontwikkelen, is een gevolg van het besluit om dat westen via de Hollandsche Waterlinie te verdedigen en niet elk economisch centrum apart te ommuren. Amsterdam kon zich in de 17e eeuw heel wat flexibeler uitbreiden dan Zwolle of Deventer.
Rechten beperken de vrijheid. Stadsrechten zijn een uiting van bekrompenheid: behouden wat er is, de eigen identiteit en positie veilig stellen, je niet openstellen voor de ontmoeting met iets anders en de ander. Stadsrechten zoals die vanouds als vrijheidsrechten werden ervaren, staan in tegenstelling met de idee van vrijheid die met ‘publiek’, de idee van stad verbonden is.
In de stad en in het publiek zijn we zowel dragers van specifieke identiteiten en tegelijk anoniem voor elkaar. Wat we onder het publiek bij een voorstelling verstaan, is precies die mengeling. Voor elkaar anoniem, ontmoet men elkaar in de schouwburg of concertzaal, gedreven door een gemeenschappelijke belangstelling in toneel of muziek. De stad bestaat doordat mensen er willen zijn.